Aan de Allee stond een houten barak die tijdens de Tweede Wereldoorlog dienst deed als gaarkeuken.
In januari 1943 besprak meester S. Dijkstra een brief van de leider van Winterhulp en de Nederlandse Volks Dienst (NVD) over het openen van de
gaarkeuken met zijn teamgenoten. Ze waren het er over eens dat het was toe te juichen dat behoeftige kinderen gratis maaltijden
zouden krijgen, maar zij waren ook van mening dat de achtergrond ondeugdelijk was. Het team zag het als een reclame voor de NSB in Nederland via Kinderhulp en Volksdienst.
"Wij achten ons niet geroepen aan die reclame mee te werken, vooral niet omdat de kinderen wel op een andere wijze dan via de school zijn te bereiken."
Noot: Meester S.(Sake) Dijkstra (1886-1959) was tussen 1938 en 1945 hoofd van de openbare lagere school 1 in Emmen. Gedurende deze jaren hield hij een dagboek bij.
De gaarkeuken in Emmen.
De bezetter lanceerde in het najaar van 1940 plannen voor de oprichting van centrale keukens waar de bevolking tegen een lage prijs warme maaltijden kon afhalen.
Voor de grote steden in het westen was het waarschijnlijk een goed plan vanwege schaarste aan voedingsmiddelen en brandstof, maar in een gemeente als Emmen niet meteen een basisvoorziening.
Niet alleen was hier nog voldoende voedsel en brandstof, maar de uitgestrektheid van de gemeente maakte de realisatie ervan niet eenvoudig.
Waarschijnlijk op initiatief van burgemeester J.L. Bouma, die gemeenteambtenaren en schoolkinderen graag wat bonloze bijvoeding leek te gunnen, werden in samenwerking met
Winterhulp en de Nederlandse Volks Dienst (NVD) in het najaar van 1942 stappen ondernomen om te komen tot de bouw van een centrale keuken.
Deze ‘gaarkeuken’, zoals de Emmenaren deze voorziening noemden, viel geheel onder het Rijk. De gemeente kwam pas in beeld als distributeur van de maaltijden naar de diverse uitgiftepunten
en als administrateur van in te nemen bonnen en de betaling van ¼ van de totale kosten. Voor de gemeente Emmen werden deze kosten begroot op ruim f
176.000,- gebaseerd op 2000 deelnemers. Een begrotingspost van f 44.000,- per jaar. Mensen die gebruik wilden maken van deze voedselvoorziening moesten zich aanmelden bij de blokhoofden
van de NVD die dan bepaalden of de aanvrager in aanmerking kwam voor deze maaltijdvoorziening. Noot: Het kantoor van het blokhoofd van de NVD was
gevestigd in barak 4 achter het distributiekantoor. Drentsch Dagblad 17 februari 1943.
Moeizame start.
Voor de gaarkeuken werd een houten barak gebouwd in ‘de tuin’ van de Landbouwwinterschool in Emmen met de ingang aan de Allee.
De geplande opening op 18 januari 1943 ging niet door, omdat ruim een week ervoor zich nog maar één deelnemer voor deze maaltijdverstrekking had opgegeven.
Het oorspronkelijke plan van Bouma om voor gemeenteambtenaren extra voeding te verstrekken was al geweigerd en de gevraagde 3000 liter voeding voor schoolkinderen was teruggebracht tot 1000 liter.
Extra publiciteit voor de gaarkeuken bracht het aantal deelnemers per 1 februari op zestien maar daarvan haalden maar twee hun voedselbonnen op.
Uiteindelijk werd de gaarkeuken met veel publiciteit op 8 februari 1943 geopend.
In het verslag van de opening in het Drents Dagblad van 11 februari 1943 werd de uitermate praktische, doch sobere, inrichting met de moderne machines geprezen.
De journalist verwachtte dat op korte termijn veel gezinnen van deze voorziening gebruik zouden maken. Voor 2000 schoolkinderen was al eten aangevraagd, doch in verband met de voedseltoewijzing
konden slechts 1400 kinderen hiervan profiteren.
Geen succes.
Dankzij veel propaganda en het openen van zeven uitgiftepunten in de buitendorpen (Nieuw-Weerdinge, Barger-Oosterveld, Nieuw-Dordrecht, Klazienaveen, Zwartemeer en twee in Emmer-Compascuum)
maakten begin mei ongeveer 1000 deelnemers gebruik van deze voorziening. De scholen in de gemeente werden aangeschreven door de burgemeester met het aanbod voor verstrekking van warme
maaltijden voor kinderen uit financieel behoeftige gezinnen. De scholen voor bijzonder onderwijs hadden weinig tot geen belangstelling. Maar ook de interesse of behoefte van leerlingen
van de openbare scholen was niet groot. Van de drie openbare scholen in Nieuw-Weerdinge bijvoorbeeld deden in het totaal 42 kinderen mee. De bijdrage voor een maaltijd die de
ouders voor hun kind moesten betalen was tien cent. Na de zomervakantie nam het aantal deelnemende kinderen sterk af.
Mevrouw T. Hendriks-Hanouwer uit Barger-Compascuum, voorzitter van de plaatselijke kleuterschool, deed een verzoek aan burgemeester
J.L. Bouma voor gratis voedselverstrekking voor de leerlingen. Helaas kreeg ze een negatief antwoord. Burgemeester Bouma liet haar op 21 april weten dat dat de bonloze voeding op beperkte schaal
slechts toereikend was voor leerlingen der lagere scholen.
Bron: Archief Gemeente Emmen, doos 2826.
Brief Trijntje Hendrik-Hanouwer.
Bron: Archief Gemeente Emmen.
Ze lustten het niet.
Volgens opgave van de hoofden van de scholen lustten de kinderen het eten niet, wilden ze niet iedere dag stamppot, of de ouders wilden het niet meer. Ook de uitgifte van maaltijden
voor niet- schoolkinderen nam de volgende maanden sterk af. Ook hier was de slechte kwaliteit van het eten een argument als ook het vervoer van de maaltijden naar de uitgiftepunten.
Dat liep zoveel vertraging op dat het eten vaak koud aankwam. In augustus 1943 waren er nog maar 260 deelnemers ondanks dat voor een maaltijd maar 30 cent hoefde te worden betaald.
De volgende maanden nam het aantal deelnemers nog steeds verder af. Enkele uitdeelposten werden gesloten en vanaf maart 1944 namen nog ongeveer 200 deelnemers maaltijden af.
Dat waren vooral mensen die nauwelijks inkomen hadden en maar 10 cent voor een maaltijd hoefden te betalen. Veelzeggend daarbij is ook dat de administratie van de bonnen voor de
maaltijdverstrekking van de afdeling Algemene Zaken van de gemeente werd overgeheveld naar de afdeling Werkloosheidszorg. Het lijkt erop dat de gaarkeuken een onderdeel was geworden
van de armenzorg. Toen begin 1945 veel evacués in Emmen waren, werd vaker een beroep op de gaarkeuken gedaan om iedereen van een warme maaltijd te kunnen voorzien. Maar meer dan
400 deelnemers waren er ook toen niet. In juli 1945 werd de gaarkeuken opgeheven.
Bron: Groenhuis: p.229, Drentsch Dagblad 11 februari en 2 april 1943, Sassen p.21, GAE doos 2826.
Maaltijdvoorziening voor de scholen.
In juni 1940 laaide een discussie op over de maaltijdvoorziening voor schoolkinderen vanuit de centrale gaarkeuken in Emmen. Het bleek dat nog ongeveer 250 schoolkinderen in de
hele gemeente gebruik maakten van deze voorziening, waaronder in het dorp Emmen de leerlingen van de Duitse school en de BLO-school. De kosten voor deze verstrekking moesten door de
gemeente worden opgebracht.
Volgens een nieuwe bepaling mochten de kosten van het vervoer van de maaltijden naar de diverse scholen (in de dorpen) niet hoger zijn dan de kosten
voor de maaltijden. In 1944 waren alleen in de dorpen Emmen, Erica en Nieuw-Amsterdam nog ‘uitdeelposten’ van de gaarkeuken voor burgers zodat in die plaatsen ook de
maaltijdvoorziening voor de schoolkinderen geen extra kosten met zich meebracht. Dat betekende uiteindelijk o.a. dat de leerlingen van school Emmer-Compascuum I en
Roswinkel III geen gebruik meer konden maken van de maaltijdvoorziening.
Bron: GAE doos 2826 map verstrekking etc.43/51.
Gehele artikel is geschrven door S. Hoek-Beugeling.
Zie ook: "100 jaar Emmen, veranderingen in bebouwing" deel 1
Door Sis Hoek Beugeling, J.Withaar, Gerrie van der Veen
Noordboek 2004, ISBN 90.330.1275.8
|