Angelsloërdijk - Diaconessen ziekenhuis |
|
|
|
|
Inleiding:
|
|
Uit de revue "Bij mijlpaal 10 1938-1948"
Ongeval aan de Dordsestraat.
Foto: R.Boelens.
|
In 1939 kreeg Emmen zijn eerste ziekenhuis
dat aan de Angelsloërdijk kwam te staan. Daar ging echter heel wat aan vooraf:
In 1918 vroeg de burgemeester van Emmen aan de inspecteur van de volksgezondheid te Utrecht of
die mee kon helpen bij het verkrijgen van subsidie voor de stichting van een gemeentelijk ziekenhuis in Emmen.
Dit vanwege de veel voorkomende gevallen van tyfus. Het antwoord was afwijzend. In de jaren twintig deed burgemeester
Kootstra van Emmen nogmaals enkele pogingen om in Emmen een ziekenhuis te krijgen. Ook dit lukte niet. Emmen moest het
zonder ziekenhuis stellen, zieken werden nog steeds vervoerd naar Assen, Hoogeveen, Coevorden of Groningen waar wel
ziekenhuizen waren. Dit kostte veel tijd en geld.
Omstreeks 1932 bestond er wel een Centrale vereniging "Ziekenzorg" met verschillende afdelingen.
Ir. J.C.Horsch was hiervan voorzitter, J.van Veen uit Emmerschans secretaris en A.Tepper van de Sterrenkamp penningmeester,
aldus het adresboek van 1932. Volgens dit adresboek bestonden er ook "Vereenigingen Ziekenhuisverpleging", met namen als
"Draagt elkanders lasten" (Barger-Compascuum), "Helpt elkander" (Nieuw-Weerdinge). In Emmen was dit de vereniging "Emmen
e.o." met een bestuur bestaande uit de heren J.Jonker, J.Salomons, A.Grooters, H.Reinders, M.Kats, Hks.Derks en J.van Ess.
In 1934 vond op de Dordsestraat in Emmen een ernstig verkeersongeluk plaats tussen een trein en een bus.
Hierbij vielen drie doden en enkele zeer zwaar gewonden. Die konden de lange tocht naar een ziekenhuis niet aan en werden
tijdelijk ondergebracht in het huisje van zuster Bloemink. Opnieuw werd Emmen geconfronteerd met het gemis van een ziekenhuis.
Voor een aantal mensen, waaronder Roelof Zegering Hadders, was echter het moment aangebroken om voor de derde keer alles op
alles te zetten om een ziekenhuis in het dorp te krijgen.
|
|
Boschoord:
|
|
Het kruis geeft de oorspronkelijk bedachte plaats voor een ziekenhuis aan.
|
Het gemeentebestuur wees reeds in 1934 het gebied dat ooit "Boschoord" genoemd werd aan
tot vestigingsgebeid. Boschoord lag ongeveer tussen de Burgemeester Tijmesstraat en de Dennenlaan. Noordelijk daarvan,
tussen Oude Roswinkelerweg en de bosrand van de Emmerdennen zou een ziekenhuis moeten komen.
Het kaartje links is een fragment van een kaart uit 1935 waarop de plaats al staat aangegeven waar
men oorspronkelijk het ziekenhuis had bedacht. Het zou daar nooit komen.
|
|
Katholiek of Hervormd?
|
|
|
In 1934 wilden twee instanties een ziekenhuis bouwen, de Federatie van Nederlands Hervormde Diaconieën en de Katholieke Kerk.
De gemeente Emmen had bepaald dat de koper van de grond het ziekenhuis mocht bouwen. Het werd nogal een geharrewar.
De ene keer beweerde de katholieke gemeenschap dat ze van start ging met de bouw van een ziekenhuis, de andere keer weer de Federatie van
Nederlands Hervormde Diaconieën.
Op 11 januari 1935 kopte de Emmer Courant voorbarig: "Emmen krijgt een ziekenhuis!" De
Federatie van Nederlandse Hervormde Diaconieën had beslag gelegd op het prachtig gelegen terrein van 4 hectare in een uiterst gezonde en
rustige omgeving, het genoemde Boschoord. Het artikel: "Binnen afzienbare tijd zal daar de eerste spade in de grond
gestoken worden voor de bouw van een modern ingericht ziekenhuis met 80 tot 100 bedden, waaraan een chirurg verbonden zal worden. In de
Zuidoosthoek van Drenthe zal weldra het zo lang begeerde en onontbeerlijke ziekenhuis verrijzen". Het diaconessenziekenhuis in
Groningen zou het moederhuis worden, het ziekenhuis in Emmen een dochterhuis. Het bestuur in Groningen zou ook het ziekenhuis in Emmen
besturen en tevens zou Groningen een aantal diaconessen afstaan aan Emmen.
Voor de federatie was het niet de eerste keer dat zij een ziekenhuis oprichtte. De gemeente Emmen was dan ook blij met
haar hulp. De bouw van het ziekenhuis liet echter op zich wachten. In 1935 werd er niet begonnen met de bouw, in 1936 niet en in 1937 ook al
niet. Er werd druk gespeculeerd, want wanneer zou men eindelijk gaan bouwen?
De katholieke kerk berichtte het gemeentebestuur dat zij nog steeds bereid was een ziekenhuis in Boschoord te bouwen
indien de Federatie van Nederlands Hervormde Diaconieën daar op het laatste moment vanaf zou zien. Want daar begon het op te lijken. De
federatie had namelijk aan het gemeentebestuur van Emmen geschreven dat zij afzag van de bouw van een ziekenhuis. De gemeente schreef op
haar beurt de katholieke kerk dat zij de locatie in Boschoord kon kopen om er een ziekenhuis te bouwen.
Iedereen verwachtte toen dat dat ook zou gebeuren. Het zou anders lopen. De Federatie van Nederlandse Diaconieën schreef
in januari 1938 aan de gemeente Emmen dat zij alsnog een ziekenhuis wilde bouwen, echter niet op de locatie
Boschoord, maar aan de Angelsloërdijk. Zelfs de toenmalige burgemeester van Emmen snapte er niets meer van! In het archief van de gemeente
Emmen liggen hierover vele, soms ingewikkelde briefwisselingen.
|
|
Angelsloërdijk:
|
|
De Angelsloërdijk, hier werd het ziekenhuis gebouwd.
Met schop en kruiwagen werd het terrein ontgraven.
Het leggen van de eerste (perfora) vloer.
Bijna op hoogte. Lange houten ladders werden toegepast.
Foto: E.Hof
Foto: E.Hof
|
Van 1918 tot 1938 was Emmen bezig geweest een ziekenhuis binnen haar grenzen te krijgen. Op 29 april 1938
werd eindelijk het ziekenhuis in Emmen geopend.
De bouw kostte f 250.000,- en daar zat geen cent overheidsgeld bij. Het ziekenhuis werd gebouwd door bouwbedrijf
Rosing uit Emmen onder architectuur van de architecten Ir. Daan Jansen en C.Bos (1904-1992) te Utrecht.
Werknemers van bouwbedrijf Rossing in 1937.
Wie herkent de bouwvakkers?
Het begon allemaal met 40 bedden. Zuster Molenaar werd besturend zuster, later directrice. De eerste artsen waren de
doktoren Van Heerde, chirurg en vrouwenarts en Van Leeuwen, internist en röntgenoloog.
Het ziekenhuis kreeg een verpleegafdeling (de westvleugel) met vier zalen en twee éénpersoonskamers, een laboratorium,
een operatiekamer en een röntgenkamer. Direct na de opening bleek ruimtegebrek een structureel probleem.
Reeds in 1950 ontstonden er nieuwe bouwplannen. Aanvankelijk was men van plan om enkele nieuwe vleugels aan het bestaande
ziekenhuis te bouwen, maar daar werd vanaf gezien.
|
|
Bouw oostvleugel:
|
|
Foto: E.Hof.
|
Jaar |
Activiteit |
1938 |
Bouw van de oostvleugel, een nieuwe conversatiekamer en vergroting van de eetzaal. |
De vergrootte eetzaal.
Wie herkent de verpleegsters/diaconessen?
|
|
Bouw Eekhof:
|
|
De Eekhof, gebouwd in 1940.
De keuken van de Eekhof.
|
Jaar |
Activiteit |
1940 |
Bouw van "De Eekhof", een houten barak genoemd naar dokter
Eeke van Leeuwen. Hier was plaats voor 19 patiënten. Het bezat een keuken en een dagverblijf. |
Eekhof parade.
Wie herkent de verpleegsters?
|
|
Angelsloërdijk 4:
|
|
|
Jaar |
Activiteit |
1941 |
Angelsloërdijk nummer 4 werd vanwege ruimtegebrek tijdelijk als zusterhuis en polikliniek ingericht. |
|
|
Tweepersoonskamers:
|
|
|
Jaar |
Activiteit |
1943 |
Bouw van tien tweepersoonskamers voor jonge verpleegsters op de zolder aan de achterzijde van de oostvleugel. |
|
|
Huize "Fietje":
|
|
|
Jaar |
Activiteit |
1944 |
Huize "Fietje" werd als polikliniekruimte ingericht. Ook werden kamers voor de dienstmeisjes gehuurd. |
|
|
Buitenzorg:
|
|
Foto: R.Boelens.
Buitenzorg in aanbouw in 1945.
|
Jaar |
Activiteit |
1945 |
In oktober werd het tweede houten bijgebouw, "Buitenzorg" in gebruik genomen, aanvankelijk bestemd voor
tbc-patiënten. |
1948 |
Buitenzorg werd vergroot met een vrouwenzaal van 14 bedden. |
|
|
De Spruithof:
|
|
|
Jaar |
Activiteit |
1947 |
De kraamafdeling verhuisde naar het voormalige Pension Bakker aan de Veenkampenweg nummer 16.
Deze kraamafdeling werd ook wel "Spruithof" genoemd. |
De Spruithof was omstreeks 1954 niet alleen een kraamafdeling, er werden ook amandelen gepeld.
In een soort van badkamer kregen de kinderen een grote schort voor en werden ze naar een ruimte gebracht waar de
dokter hen een kapje voor de mond deed. Ze werden wakker op een zaaltje waar 10 matrassen op de grond(!) lagen. Op
zowel het hoofd als het voeteneind lag een kind. Sliepen ze die dag goed, dan mochten ze aan het eind van de middag
naar huis.
|
|
Polikliniek:
|
|
|
Jaar |
Activiteit |
1949 |
Aan het hoofdgebouw werd te midden van dennenbomen een houten barak gebouwd die als polikliniek werd ingericht. |
|
|
Zusterhuis:
|
|
Carpe Diem.
Foto: R.Boelens
|
Jaar |
Activiteit |
1950 |
Een nieuw zusterhuis met de naam "Carpe Diem" (Pluk de dag). |
|
|
Kinderafdeling:
|
|
|
Jaar |
Activiteit |
1950 |
De Eekhof werd omgebouwd tot een zeer moderne kinderafdeling. |
|
|
Administratie:
|
|
Foto: R.Boelens
|
Jaar |
Activiteit |
1953 |
De administratie verhuisde naar een houten bijgebouw. |
|
|
Kerkzaal "Irene":
|
|
Foto: R.Boelens
|
Jaar |
Activiteit |
1955 |
Kerkzaal "Irene" werd er bijgebouwd. Deze deed door de week dienst als leslokaal. |
|
|
Nieuwe eetzaal:
|
|
|
Jaar |
Activiteit |
1955 |
Er kwam een nieuwe eetzaal. |
|
|
Zuidvleugel:
|
|
Foto: © J.Withaar
|
Jaar |
Activiteit |
- |
Bouw van de zuidvleugel.
Noot: op dit gedeelte vond in 2001 nieuwbouw plaats. |
|
|
Tuin:
|
|
Bij het ziekenhuis hoorde een moestuin waarin groente werd verbouwd.
Enkele medewerkers van het ziekenhuis zijn in de tuin aan het werk
onder toeziend oog van de trouwe waakhond Wodan.
Foto uit de oorlogsjaren van het personeel
met enkele van de eigen dieren. Tweede van links is de heer Wolf die model
stond voor het beeld van de Scheper. Dit beeld stond later voor het Scheperziekenhuis
aan de Boermarkeweg.
|
In het bosje, achter het hoofdgebouw aan de Angelsloërdijk, hield het ziekenhuis haar eigen
varkens in een varkenshok. Ze werden met overgebleven etensresten vetgemest. Op een bakfiets werden de varkens
door de heer De Lange naar slachter Walthuis aan de Weerdingerstraat gebracht om daar te worden geslacht. Eens
gebeurde er tijdens zo'n vervoer een ongelukje. Het varken wist waarschijnlijk waar het naar toe ging, want het
varken sprong geheel onverwacht uit de bakfiets. Met hulp van een aantal mensen werd het dier echter toch weer
gevangen.
Ook hield het ziekenhuis schapen, die het grasveld kaal moesten houden, kippen en had het een
waakhond met de naam Wodan.
|
|
Het leven als verpleegster:
|
|
Zuster Molenaar
|
Hoe werd men vroeger verpleegster? In de jaren dertig tot ongeveer jaren vijftig was
de lagere school als voorbereiding genoeg, later werd het MULO diploma verplicht.
Wie herkent de verpleegsters?
In het diaconessenziekenhuis kon men binnenkomen als "aspirant leerling". Ze kregen de
bijnaam: "de witte bloesjes". Het waren meestal meisjes van zo'n 17 jaar die o.a. in de eetzaal werkten. Het
dekken van de tafels, afwassen, en dergelijke karwijtjes namen zij voor hun rekening. Ze droegen geen uniform,
maar witte schorten, witte sluiers en witte bloesjes. Ze sliepen op de zogenaamde "kippenzolder". Dat was een
magazijnzolder waarop kippengaas gespannen was om de ruimte voor het opslaan van verpleegartikelen af te bakenen.
Hier had men de kamertjes getimmerd voor de aspirant leerlingen. Na aspirant leerling werd men "eerstejaars leerling",
ook wel "voorproefzuster" genoemd. Van voorproefzuster kon men bevorderd worden tot proefzuster. Bij voldoende
geschiktheid werd men gevraagd diacones te worden. Het diacones zijn stond los van verpleegster zijn. Besturend
zuster en directrice Molenaar besliste wie voor diacones in aanmerking kwam. Dat kon zowel huishoudelijk,
administratief als verplegend personeel zijn.
Omstreeks 1950 kwamen de eerste broeders. Zij waren aanvankelijk alleen op de mannenzaal werkzaam.
Bij uitzondering mochten ze op de vrouwenzaal komen. Wanneer vroeger een mannelijke patiënt voor de operatie geschoren
moest worden, kwam de heer Vleems. Hij was eigenlijk onderhoudsman, maar patiënten scheren deed hij er "even" bij. Dit
wil natuurlijk niet zeggen, dat het er destijds niet goed aan toeging maar tegenwoordig is dit onvoorstelbaar. Later
schoor de heer Wijnholds, van beroep portier, patiënten de baard.
Voor het personeel werd iedere morgen voor het ontbijt een bijbeloverdenking gehouden door de
directrice of de predikant. Later werd dit middels een radioverbinding uitgezonden naar de zalen. Voor de maaltijd
pakten alle ziekenhuismedewerkers hun eigen servet uit het servettenbakje en gingen achter hun stoel staan. Pas wanneer
mevrouw Molenaar binnen was gekomen, mocht iedereen gaan zitten. Na het eten verliet eerst de directrice de zaal, pas
daarna mocht iedereen van tafel opstaan.
Verplegend personeel moest de gehele dag het uniform dragen, ook na werktijd. Wanneer het erg warm
was kondigde de directrice aan tafel aan: "kinders, jullie mogen vanavond in een burger japonnetje". Dat was toen heel
bijzonder. Alleen wanneer men de gehele dag vrij had mocht men burgerkleding dragen. Als extra service kreeg men dan
zelfs ontbijt op bed, dat was vaste regel.
In het ziekenhuis was een zusterkoor actief. Een avond per week werd er gerepeteerd onder leiding
van de heer Legro, vroeger een bekende muziekleraar in Emmen. Het koor zong onder zijn leiding iedere zondagmorgen in
de hal van het ziekenhuis. De deuren naar de zalen werden opengezet zodat ook de patiënten mee konden luisteren. Na het
optreden ging men in optocht naar de houten bijgebouwen, De Eekhof en Buitenzorg. Een klein draagbaar harmonium ging mee
De heer Legro is jaren lang dirigent geweest van het zusterkoor. Regelmatig zong "zijn" koor tijdens kerkdiensten, b.v.
bij de bevestiging van een diacones. De heer Legro was leraar aan het gemeentelijk lyceum en ontving in het begin van de
jaren zestig zelfs de Drentse Cultuurprijs. Later zijn o.a. Victor van der Laan en mevrouw Leon nog dirigent geweest.
Het personeel maakte veel uren. Het werk begon om half zes in de morgen en eindigde om half zeven 's
avonds. En meestal was het half acht voor alle werkzaamheden achter de rug waren. Dan moest men soms ook nog koffie schenken
voor het verplegend personeel in de huiskamer. Men had een vrije dag per week, die mocht opgespaard worden tot twee vrije dagen.
In 1938 kreeg het personeel "zakgeld". De heer Zegering Hadders kwam dit aan het eind van de maand uitdelen.
Het geld had hij in een schoenendoos, zo ging dat toen nog. Later kreeg men salaris. Een "eerstejaars" kreeg f 180,- in de
drie maanden. Daar moest dan f 20,- vanaf voor lesboeken. Van de overige zestig gulden moest dan nog alles gekocht worden
zoals kousen, schoenen, ondergoed, tandpasta (plus borstel), schoenpoets, zeep en allerlei andere dingen die nodig waren
in het dagelijks leven. In het begin van de jaren vijftig verdiende een gediplomeerd verpleegster f 130,- per maand.
|
|
Verhuizen en afbraak:
|
|
Foto: archief gemeente Emmen.
|
Jaar |
Activiteit |
19xx |
Afbraak van het oude ziekenhuis |
|
|
Boeken:
|
|
|
De volgende boeken zijn bij Historisch Emmen bekend:
Titel |
Van Diaconessenhuis tot Scheperziekenhuis: 1938-2008 |
Ondertitel |
- |
Auteur |
Martien van de Poll, Piet Rinsma, Kees de Weerdt |
Uitgever |
Leveste |
Jaar |
2008 |
ISBN |
- |
|
|
Bronnen:
Gerrie van der Veen in overleg met mevrouw Gerrie Liefers (oud)diacones en (oud)medewerkers van het ziekenhuis.
Herinneringsboek revue tijdens 10-jarig bestaan: "Bij mijlpaal 10 1938-1948"
Speciale dank aan J. v.Dalfsen die vele honderden foto's van het ziekenhuis heeft gedigitaliseerd.
|
|