Foto: collectie E. Hof.
Bijgebouw.
Foto: collectie E. Hof.
Afbraak bijgebouw..
Foto: collectie E. Hof.
Foto: collectie R. Boelens.
Uitvergroting van foto boven.
In het midden zit Grietje Stob (*1918).
Zij huwde in 1944 met opperwachtmeester Bertus Hars.
Foto: collectie G. v.d. Veen.
De bomen markeren de plaats waar de kazerne stond.
Foto: © J. Withaar.
Foto: collectie R. Boelens.
Omstreeks 1938.
Foto: collectie R. Boelens.
|
van |
tot |
instelling |
adres |
- |
- |
- |
- |
Bron: |
Na de Franse bezetting (1810-1813) door Napoleon, die de Gendarmerie in Nederland had
ingevoerd, werd op 26 oktober 1814 door Willem I het "Corps de Marechausséé"
opgericht met deze Gendarmerie als voorbeeld. Zij hadden als taak de orde te handhaven, de
uitvoering der wetten te verzekeren en te waken voor de veiligheid der grenzen en grote wegen.
De Marechaussee werd belast met het verrichten van politiediensten voor de krijgsmacht, maar
fungeerde daarnaast als orgaan van de Rijkspolitie.
Tijdens de mobilisatieperiode van 1914 - 1918 bestond de taak van de Marechaussee
tijdelijk uit politietoezicht over het gemobiliseerde Nederlandse leger. In 1919 werd het
Korps Politietroepen opgericht om de binnenlandse rechtsorde te handhaven en de demobilisatie
in goede banen te leiden. De gemeentepolitie, het korps Politietroepen, de Rijksveldwacht en
de Koninklijke Marechaussee vormden samen het politiebestel. De Rijksveldwacht en de Koninklijke
Marechaussee vervulden rijkspolitiediensten, een situatie die tot in 1940 zou voortduren.
Op 5 juli 1940 verloor de Marechaussee het predikaat ‘Koninklijke’, want op last van de
Duitse bezetter ging de Marechaussee op in de burgerpolitie, waarmee het tevens de militaire
status verloor. De Rijksveldwacht en Gemeente veldwacht werden opgeheven en ondergebracht
bij de Marechaussee, waardoor buiten de steden één Rijkspolitiekorps ontstond onder de naam
Marechaussee. Na de bevrijding in 1945 kreeg de Koninklijke Marechaussee weer de status van een
militair politiekorps met zowel militaire als civiele taken. Daarnaast handhaafde de regering
één politiekorps op het platteland, het zogeheten Korps Rijkspolitie. Dit korps bleef de oude
Rijksveldwacht en het korps der gemeenteveldwachters vervangen.
De marechaussee brigade werd in Emmen uitgezet op 15 april 1924 en opgeven op 1 maart 1943.
Op 6 juni 1946 werd wederom een brigade uitgezet die gesloten werd op 1 oktober 1954.
(bron: www.marechausseesporen.nl/pagina_brig_emmen.htm.
Door haar militaire achtergrond was de Marechaussee in Nederland gehuisvest in kazernes. Tot 1950
stond aan de Hoofdstraat een gebouw die eveneens de naam "kazerne" droeg. Of deze
inderdaad als onderdak voor de Emmer Marechaussee heeft gediend is niet duidelijk.
Bron: www.marechaussee.nl
De (Koninklijke) Marechaussee had in de gemeente Emmen vier brigades.
Zij waren gehuisvest aan:
- de Boslaan, in Emmen onder leiding van brigadecommandant W.Bennink.
- de Vaart zz, in Nieuw-Amsterdam
- de Runde, in Emmer-Compascuum
- het Mr.Ovingkanaal, in Klazienaveen
Foto van voor 1945 met in het midden burgemeester Bouma en Pieter Stob.
De foto zal zijn gemaakt vlak voor de oorlog of aan het begin ervan.
Foto: A. Hars.
Foto: collectie J.L. van der Woude.
V.l.n.r.
Boven: de heren Wilkens, v.d. Pauw, Wever, Daling, Wielinga
Onder: de heren Mulder, Mandjes, Leeuwake (Leeuwerke?), Brouwer en Prins
Pieter Stob, opperwachtmeester van de Koninklijke Marechaussee van 1923 tot 1944.
Pieter Stob overleed op 13 juli 1968.
|