dot Home - start
dot Prehistorie - Archeologie
dot Historie
dot Bewoning per erf
dot Bewoning per jaar

dot Alle straatnamen





dot Laatste wijzigingen
Stuur een e-mail aan Historisch Emmen
Vanwege een storing kunt u tijdelijk geen email verzenden

Logo Pre-Historisch Emmen

Oudste vermelding Emmen 1139


Boslaan - Zwerfkei Klaasje van Schoonebeek

Boslaan zwerfkei Klaasje van Schoonebeek
Foto: Emmer Courant 22 september 1939.
Links op de balken zit gemeente werkman
H.Wanders die de leiding van het transport had.

Boslaan zwerfkei Klaasje van Schoonebeek
Foto: Noorden in Woord en Beeld oktober 1939.
Collectie R.Boelens.
Op de achtergrond het EDS station.

Boslaan zwerfkei Klaasje van Schoonebeek
Klaasje van Schoonebeek in vroegere tijden.
Links het fietspad langs de Boslaan.
Foto: E. Hof.

Boslaan zwerfkei Klaasje van Schoonebeek
Foto: R. Boelens.

Boslaan zwerfkei Klaasje van Schoonebeek
Zwerkei Klaasje in 2003.
Foto: © J. Withaar.

Klaasje was geen vrouwspersoon maar een grote zwerfkei afkomstig uit Schoonebeek. De kei, die de grootte der kei van Amersfoort zou overtreffen, heeft de gemoederen in het verleden aardig bezig gehouden waarbij zelfs de burgervaders van Emmen en Schoonebeek betrokken waren.

De kei werd het eerst omstreeks 1932 tijdens het afgraven van het bovenveen blootgelegd. Door "het omzetten van dalgrond" werd de steen echter alras weer 80 cm onder de grond bedolven waardoor hij niet zonder meer terug te vinden was en er geen verdere aandacht aan werd geschonken. Pas 7 jaar later, op 21 augustus 1939, werd door P. Bosma aan burgemeester Dr.J.L. Bouma meegedeeld dat zijn zoontje Adriaan een grote steen wist te liggen in het Schoonebeekerveld (Noot: in de EC van 22-09-1939 staat Amsterdamscheveld). De steen zou liggen in de veenderij van A. Luth uit Nieuw-Amsterdam. Twee dagen later al werd een tweetal uren in de augustuszon naar de steen gezocht, door met spaden en puntige voorwerpen in de grond te prikken. De steen bleek die dag niet vindbaar. Pas de andere dag werd de steen dankzij een arbeider van vervener Luth getraceerd. Toen burgemeester Bouma ter plaatse kwam bleek het om "een geweldige kolos graniet te gaan met een gewicht van 14-16.000 kg, liggende in n.o. richting".

Luth verklaarde de burgervader van Emmen dat hij van de eigenaar van de grond gemachtigd was met de steen te mogen doen wat hij verkoos. Bouma reageerde adequaat en regelde gelijk de verdere opgraving en het transport van de kei naar Emmen. Door de afkondiging "der algemeene mobilisatie" vond dit niet op de geplande 28 augustus 1939 plaats maar 3 dagen later. De volgende dagelijkse beschrijving toont een beeld van de moeite die men heeft moeten doen.

De eerste dag van opgraving werd de kei 80cm omhoog gebracht, de volgende dag tot boven het maaiveld. De daarop volgende week kenmerkte zich door tegenslag, regenval zorgde dat er zwaarder materieel (lees spoorbiels) toegepast diende te worden terwijl een bokkepoot was bezweken. Pas op 7 september was men in staat de kolos 15 meter over de natte veenbodem te verplaatsen. De volgende dag volgde nog eens 12 meter, waarna het "onder brede belangstelling van pers en publiek" in een gereedliggend "wankel" praamschip werd gehesen. Het vervoer over water vond op zaterdag 9 september plaats, via Erica werd Noordbarge aangedaan. Op maandag 11 september vond, wederom onder grote belangstelling, het lossen van de steen plaats. De reis, met een trailer van de firma K.Harms, ging richting Emmen, naar een plantsoentje "voorin de Emmerdennen, aan de zuidzijde van de Boschlaan". Ook hier was de belangstelling groot en de burgemeester bedankte iedereen die had meegewerkt en bood de werklieden zelfs een diner aan.

Nieuwe problemen doemden op. Kort na het lossen op bewuste plaats bleek dat er bezwaren waren gemaakt. Krachtens een overeenkomst met de gemeente bleek dat hier geen "opstallen" mochten worden geplaatst. De kei bleek een opstal te zijn en er moest noodgedwongen een andere plek worden uitgezocht. Dit werd uiteindelijk de zuidoosthoek van het terrein van de (voormalige) EDS.

De kei werd wederom opgeladen, vervoerd en afgeladen. Op de nieuwe plek werd een gewapend betonnen stiep gemaakt van 1,5x2,0x2,0 meter. Voor het in evenwicht houden van de steen werden 3 tooien gespannen die twee weken lang dienst deden. Om elk risico uit te sluiten stond er ook nog elke nacht een wacht. Welk één inspanning voor een simpele kei.

Het verhaal zou hiermee eindigen ware het niet dat burgemeester H. van Ek van Schoonebeek in de pen kroop en op 22 september 1939 aan Bouma schreef:

"Zeer geachte ambtgenoot.
Graag zou ik willen weten van wie U of de dienst van gemeentewerken toestemming hebt ontvangen om de steen in de Emmer Courant van 16 dezer aangedu1d als "Emmens grootste kei" van een terrein in Schoonebeek te doen vervoeren naar Emmen. De eigenaars van de grond, de familie L.Klaassen alhier hebben hiervoor een dusdanige toestemming niet gegeven. De huurder van de veenputten, de heer Luth, beschikt alleen over het recht van turfgraven. De eigenaars zijn over deze gang van zaken zeer verwonderd en ontstemd aangezien zijzelf grote waarde hechten aan het bezit van deze abnormaal grote keisteen, welke zij dan ook nimmer bereid zouden zijn af te staan. Zij hebben bij mij een klacht ingediend en wensen, dat de steen weer wordt gebracht op of nabij de plaats, vanwaar zij is weggenomen. Uw berichten hierover zie ik met belangstelling tegemoet."

Bouma pareerde de volgende dag:

"In antwoord op uw schrijven van 22 september j.l. deel ik u mede, dat uw schrijven voor de familie Klaassen mij ten zeerste verwondert. Deze steen werd niet eerder als geschenk van den heer Luth aanvaard dan nadat nadrukkelijk de mondelinge verzekering verkregen was, dat ook de eigenaren van den grond hiertegen geen bezwaar hadden. Ongeveer zes tot zeven jaar geleden was de steen er gevonden, terwijl het voornemen bestond deze steen te laten zakken, daar hij bij het in cultuur nemen der bodem niet kon worden gehandhaafd. De eigenaren zouden volgens den heer Luth blij zijn dat de steen op deze wijze werd opgeruimd. Bovendien heeft de steen nog ongeveer een week boven de grond gestaan. Ook in deze periode bleek niet van eenig bezwaar of van eenige belangstelling. De gemeente was dus volkomen te goeder trouw en kan derhalve niet voldoen aan het verzoek deze steen terug te brengen. Zij beschouwt zich als eigenares, zijnde de eigendom langs wettigen weg verkregen."

5 oktober 1939 antwoordde Van Ek:

Geachte Ambtgenoot,
De indruk, weergegeven in Uw kabinet schrijven, acht ik even onjuist, als Uw conclusie, als "zou Uw gemeente zich in de gegeven omstandigheden zonder meer als rechtmatig eigenares van de steen mogen beschouwen. Ik vermoed trouwens, dat U bij rustige overweging ook zelf wel tot die overtuiging zult zijn gekomen. Nu ik inmiddels heb gehoord, dat U zich reeds met eigenaren in verbinding hebt gesteld, neem ik aan, dat men het langs de weg van redelijk en tactisch overleg wel eens zal worden. Ik moge dus volstaan met U dank te zeggen voor de mij verstrekte inlichtingen."

Waarschijnlijk 6 oktober 1939:

In een uitgebreid maar ongedateerd ontwerpantwoord reageerde de burgemeester van Emmen wederom. Het is echter niet duidelijk of deze daadwerkelijk is verzonden waardoor de inhoud hier niet wordt beschreven.

6 oktober 1939:

Ook de heer Luth ontving een schrijven van Bouma waarin deze mededeelde dat hij contact met den eigenaren had gezocht om "den weg van redelijk en tactisch overleg te volgen" en waarbij Luth werd verzocht vast te stellen op welk wijze dit mogelijk zou zijn.

10 oktober 1939, Luth antwoordde de Edelachtbare heer burgemeester:

"Volgens afspraak, zou ik naar de Gebr. Klazen, te Schoonebeek gaan, om inlichtingen betreffende het regelen der kei en de kwestie daaromtrent. Nu ben ik dan daar geweest en daar hebben ze mij medegedeeld dat zij de regeling in handen van de burgemeester van Schoonebeek gelaten hebben. Dus de kwestie moet nu met die uitgemaakt worden, en zij (de gebr. Klazen) wilden er liefst niets meer mee te maken hebben, het moest volgens hun, maar met den burgemeester af en uitgemaakt worden."

Wat wilde de gemeente Emmen nu met die kei? Uit een brief van 27 september 1919 aan het comité voor een Oranje monument blijkt dat het college van mening was dat de kei "zich uitstekend zou lenen voor een eenvoudig Oranje- of mobilisatiemonument".

Tot slot: In een handgeschreven document met als onderschrift "Euterpe" en getiteld "bij stukken steen Schoonebeek" is te lezen: "Opschrift op of bij steen"

"Dit is Klaasje uit Schoonebeek
Die weet er alles van
Toen de bruid kwam aan de man
Toen wilde men er an."

Bron: Archief gemeente Emmen


Loden koker

Bezoekers van Historisch Emmen vragen zich al jaren af wat er waar is van het verhaal dat er een koker zou zijn ingemetseld door burgemeester Bouma.

In december 2017 kwam hierop de volgende getuigenis: Reinder Schokker was als jongetje van 14 jaar in dienst van het loodgietersbedrijf dat de koker maakte en was bij het maakproces betrokken. Hij wist dat burgemeester Bouma de koker heeft laten inmetselen. Omdat hij benieuwd was of die kei er nog stond ging zijn dochter op onderzoek uit.

Bron: A. Puper-Schokker.


 
Neemt u tekst over? Vermeldt u dan ook de bron? (www.historisch-emmen.nl) Dank!