|
Tijdens de bijeenkomsten op de zaterdagmiddag werden de jonge padvinders getraind in allerlei
vaardigheden. Zo af en toe werden die vaardigheden getest in een spel. Dat zo’n spel wel eens al te zeer de
werkelijkheid benaderde mag blijken uit het volgende, nogal hilarische verslag, uit de Emmer Courant van
maart 1946:
Zaterdagmiddag 23 Maart. In de jeugdherberg – hoofdkwartier van een der plaatselijke padvindersgroepen
– vervoegt zich een politieman, die de hulp van de padvinders inroept voor het opsporen en rapporteren
van ongeveer vier verdachte individuen, waarschijnlijk uit een kamp ontsnapte S.S. mannen, die juist dien
morgen een overval hebben gepleegd en vermoedelijk van plan zijn er nog een voor hun rekening te nemen.
Voorzichtigheid is geboden, want de heeren zijn gewapend en zullen ongetwijfeld schieten, als ze in het
nauw worden gedreven. Na eenige tegenwerpingen van den hopman, die iets mompelt over verantwoordelijkheid
voor zijn jongens, verdwijnen een kwartier later de vier patrouilles padvinders het bosch in. Een half
uur later klinken er eenige schoten en een paar padvinders worden ietwat bleek om de neus en zouden
liever teruggaan, maar anderen zetten door en volgen de sporen als echte bloedhonden. Ongelukkigerwijs
komt een padvinder van een der andere groepen, die van de heele S.S. geschiedenis niets afweet, een der
individuen, met snor en blauwe bril, tegen. De stakker ziet een pistool – anno 1600 op zich gericht. In
doodsangst rent onze padvinder het bosch uit en het eerste het beste huis binnen, dat van een telefoon
is voorzien. Hoewel de bewoner het verhaal ietwat ongeloofwaardig vindt, belt hij voor alle zekerheid de
politie op. Slechts twee politiemannen weten merkwaardig genoeg, van de S.S. mannen in het bosch, de
dienstdoende agent toevallig niet. Hoewel ook hij het verhaal erg fantastisch vindt, besluit hij voor
alle zekerheid iemand op onderzoek uit te sturen. Toevallig ontmoeten agent en hopman elkaar. Gezamenlijk
zoeken ze de S.S. op en deze besluit zich over te geven. Om 5 uur kon met S.S., padvinders en politie
broederlijk huiswaarts zien keeren, maar zaterdag en zondag ging er hier en daar in ons dorp het gerucht
dat er S.S. in het bosch was"
De bijeenkomsten op de zaterdagmiddag stonden vooral in het teken van spelen. Deze dienden als
middel om diverse vaardigheden te oefenen zoals EHBO, pionieren (touwverbindingen, maken van keukens,
bruggen etc), natuurstudie enz.. Soms werden er bijzondere spelen georganiseerd waarbij het geoefende
in praktijk werd gebracht.
Enkele aansprekende voorbeelden:
- een indianenopperhoofd riep de hulp in van de verkenners om een verloren schat terug te vinden. De
routekaart die deze indiaan bij zich had gaf afstanden aan in grote en kleine koeienstaarten en
paardenlengten. De verkenners moesten dus eerst naar een boer om metingen te verrichten waarna lengte
eenheden werden bepaald. Tijdens de tweede zaterdagmiddag werd de schat gevonden, een grote zak
pinda’s!
- in samenwerking met de politie moest de groep een bende valsemunters schaduwen die in Emmen een
samenkomst hadden belegd. Een spel dat voor veel jonge padvinders nauwelijks als spel werd herkend.
De Emmer Courant deed uitgebreid verslag (30 november 1959).
Bronnen:
S.Hoek-Beugeling
U.Nonkes
Emmer Courant (diverse)
De volgende boeken zijn bij Historisch Emmen bekend:
Titel |
"Het oude dorp" |
Ondertitel |
30 verhalen (over het padvindersleven in Emmen) |
|
|
Auteur |
T.v.d.Duin schuilnaam voor B. Thedinga |
Uitgever |
N.V. Drukkerij v.h. W. ten Kate |
Jaar |
1962 |
ISBN |
- |
|