De oude RK kerk te Erica.
Foto: R. Boelens.
De nieuwe RK kerk in mei 1934.
Foto: R. Boelens.
Inwijding mei 1934 door Mgr. Jansen,
aartsbisschop van Utrecht.
Foto: R. Boelens.
|
De oorspronkelijke bewoners van Erica waren voornamelijk katholiek omdat ze veelal uit het katholiek gezindte Bentheim afkomstig waren.
Voor het jaar 1866 ging de Ericaan door weer en wind in Nieuw-Schoonebeek, opgericht in 1849, ter kerke. Op aandringen van pastoor Holtkamp van Nieuw-Schoonebeek
bij het bisdom, kreeg pastoor Boermans van Denekamp de opdracht een nieuwe parochie tot stand te brengen.
Het werd een zeer grote parochie. Emmen, Westenesch, Noord- en Zuidbarge, Weerdinge, Angelsloo, Den Oever, Nieuw-Amsterdam, Nieuw-Dordrecht, Compas en zelfs de gemeenten
Sleen en Dalen vielen onder deze nieuwe parochie. Vanwege de grootte van het gebied was het voor pastoor Boermans niet makkelijk om alle, soms zeer afgelegen parochianen, te bezoeken.
Het veen was praktisch ontoegankelijk, wegen waren onbegaanbaar en dat in pikkedonker, in weer en wind.
De eerste katholieke kerk werd in 1866 gebouwd op de plaats waar de Pannenkoekendijk, Strengdijk en Beekdijk bij elkaar kwamen. Deze plaats is ook het deel van waaruit Erica zich verder zou ontwikkelen.
Het eerste blijvende kerkgebouw werd ontworpen door architect Troester uit Zwolle en door aannemer Weerman uit Coevorden gebouwd.
Pas in 1870 kwamen de eerste banken, zodat de parochianen, in het begin al 160 in getal, staande de mis moesten volgen.
De opvolger van Boermans was pastoor Vroom die heel veel goed werk heeft verricht door de kerk, de parochie en de omgeving uit te bouwen.
Beroemd waren zijn bedeltochten, voornamelijk naar Friesland, die geld opleverden om zijn werk te kunnen bekostigen. In 1869 kreeg Vroom de opdracht de parochie op te delen in kleinere,
hetgeen gezien de grote afstanden logisch was. Na vele problemen ontstond in 1873 de parochie van Barger-Compascuum later gevolgd door Klazienaveen. Nog later splitsten Emmen, Zuidbarge en
Barger-Oosterveld zich af zodat de parochie Erica omstreeks 1918 een normale omvang had.
In 1933 werd op de plaats van de oude kerk een nieuwe gebouwd tezamen met een nieuw parochiehuis. De inwijding vond plaats in mei 1934.
Het is een zaalkerk met zeven traveeën en steunberen opgetrokken in baksteen onder een zadeldak. Per travee zijn er twee spitsboogvensters en in de twee traveeën met steek,
drie gekoppelde spitsboogvensters. De entree in de westgevel bestaat uit een portaal met drie dubbele deuren onder spitsgebogen archivolten. Boven de entree zit een een groot roosvenster.
Aan weerszijden van de entree zijn drie vensters. Alle vensteropeningen zijn dichtgezet met glas-in-lood. Links bevindt zich de vierkante toren met aan alle zijden drie spitsboog galmgaten
en een klok. De daken van toren, schip, absis, aangebouwde kapellen en sacristie zijn voorzien van een leibedekking.
In het interieur bevindt zich een vijfzijdig absis met zijkapellen, stenen reliëfs als kruiswegstaties en een gemoderniseerd ‘Maarschalkerweerd’-orgel uit 1893.
In 2005 is de kerk gerestaureerd.
Bron: "Erica honderd jaar 1863-1963" door A.C.van Heesewijk.
|