Tekening uit 1845 van J. van Ravenswaay,
schilder, tekenaar die een tijd in Drenthe heeft
gewoond. De tekening wordt bewaard in de
Universiteitsbibliotheek in Leiden.
Foto: Gemeentekrant februari 1977.
Foto: R. Boelens.
Foto: R. Boelens.
|
De huidige Nederlands Hervormde kerk van Roswinkel aan Stad 24 heeft mogelijk een voorganger gehad die al in het begin van de veertiende eeuw is gesticht.
Als jaartal wordt ook wel 1330 genoemd. H.J. Scherft en de Drentse Encyclopedie vermelden dat de kerk wellicht gesticht is vanuit het klooster in Ter Apel.
Als jaartal wordt daarbij 1362 genoemd. Bron hiervoor vormt de luidklok waarin het jaartal 1362 staat ingegraveerd.
Het is daarmee de oudste luidklok in Drenthe en heeft in de houten klokkenstoel gehangen. Die gieter van klok, met een omvang van 83 cm, is onbekend. In 1599 werd dit kerkgebouw door brand verwoest.
Het huidige kerkgebouw werd gebouwd in 1759 en is daarmee de oudste kerk in de gemeente Emmen. In 1853 werd de huidige toren aan de kerk gebouwd,
zo blijkt uit de datum boven de ingang van de toren. Ook aan de soort steen is te zien dat de toren er later is bijgebouwd. Deze toren kwam in de plaats van een houten klokkenhuis, waarvan de nok iets lager was dan de nok van de kerk.
In 1837 vonden herstelwerkzaamheden aan het kerkgebouw plaats, gevolgd door herstel van de toren in 1852-1853. In 1976-1977, tijdens het 750-jarig bestaan van Roswinkel, is het gebouw nogmaals gerestaureerd.
De kerk van Roswinkel valt onder de beschermde rijksmonumenten:
Rijksmonumentnummer: |
14963, sinds 7 september 1965 |
Adres: |
Stad 24 |
Beschrijving: |
Ned. Herv. Kerk. Schip van 1759, toren uit 1853. Inventaris: preekstoel uit 1662. Memoriebord uit 1759. Klokkenstoel met klok van een anonieme gieter, 1362, 83 cm.
Verticale zonnewijzer aan de zuidzijde van de kerktoren. |
Bron: |
Rijksmonumentenregister |
Het kerkgebouw is van het type zaalkerk, een rechthoekig kerkgebouw dat eenbeukig ofwel eenschepig is. Het is gefundeerd op zware zwerfstenen en opgetrokken uit bakstenen. De pastorie met tuin dateert uit 1877.
De begraafplaats daterend uit het eind van de 19de eeuw, ligt op een deel van de pastorieplaats en wordt gekenmerkt door fraaie zerken met rijke grafsymboliek. Ook is er een zeldzame houten grafpaal.
Van de joodse begraafplaats resteren slechts vier betonnen paaltjes en een halve zerk.
Het interieur omvat onder andere een avondmaalstafel van vóór 1759, een offerblok als doopvonthouder uit het tweede kwart van de 19e eeuw.
De nog aanwezige eikenhouten preekstoel dateert uit het jaar 1660, mogelijk 1662, maar ook wordt 1759 genoemd. De vijf gaten in de vloer van de preekstoel geven aan dat hier vroeger een stoof met een kooltje
vuur voor de dominee gestaan heeft om zijn voeten warm te houden. In de kerk hangen okergele overgordijnen, de zoldering van ronde bogen zijn in de originele kleur blauw geverfd. Het eiken offerblok stamt uit ongeveer 1840.
Tot 1923 waren de predikanten van Roswinkel tegelijkertijd ook boer. De dominee ontving bij zijn komst de zogenaamde "ijzeren koe", een geldbedrag om investeringen te doen op zijn boerderij.
Bleef hij maar een korte tijd dan moest hij het bedrag aan zijn opvolger terugbetalen. De kerkelijke gronden werden ook wel verpacht tegen een vergoeding in natura.
Dit heet de zogenaamde "rogge- en eierpacht" en diende als inkomstenbron voor de predikant. Tot 1989 werd deze traditie gehandhaafd al werd de pacht de laatste jaren in geld betaald aan de kerkvoogdij.
Er bestaan documenten uit de zeventiende eeuw waarin een predikant zich beklaagde dat hij zijn stieren niet kon verweiden omdat de veenweg naar Emmen zo slecht was.
Aan het eind van de 16e eeuw werd Drenthe protestant. De bevolking van Roswinkel moest er steeds aan herinnerd worden dat de kruizen van het vroegere katholieke kerkhof, rondom de kerk, verwijderd dienden worden.
Het gebeurde echter wel dat men niet goed wist welke plekken nog vrij waren om iemand te begraven. Voordat een overledene ter aarde werd besteld, werden eerst proefgaten gegraven om te bezien welke plek nog vrij was.
Bronnen:
"Roswinkel, stiefzuster onder de Drentse kerspelen", H.J.Scherft, 1978.
"Langs de oude Drentse kerken", dr. R.Steensma, 1977. ISBN 90-246-4213-2.
"Rondom de Heerenhof", Ger de Leeuw, 2000. ISBN 90-75115-29-6.
Website Drentse Encyclopedie.
|