dot Home - start
dot Prehistorie - Archeologie
dot Historie
dot Bewoning per erf
dot Bewoning per jaar

dot Alle straatnamen





dot Laatste wijzigingen
Stuur een e-mail aan Historisch Emmen

Logo Pre-Historisch Emmen

Oudste vermelding Emmen 1139


Weerdingerstraat 36 - Exportslachterij Drenthina

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Londense biggen
Foto: G. van der Veen.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Londense biggen
Foto: A. Pool.

Tussen de Weerdingerstraat en de NOLS spoorlijn, parallel aan de Hunenbaan stond ooit de Exportslachterij Drenthina. Deze slachterij behoorde tot een coöperatie van vier slachterijen. De andere drie stonden in Hoogeveen, Meppel en Coevorden.

De naam exportslachterij geeft al aan dat de geslachte varkens werden geëxporteerd. In de Drentse Encyclopedie staat het volgende over deze vleesverwerkende en exporterende markt:

Nadat Duitsland en Engeland even na 1890 hun grenzen sloten voor de invoer van levende, vette varkens - toen een belangrijk exportproduct van de boeren op de zandgronden - bood het mesten van vleesvarkens voor de Engelse markt hen soelaas. Deze speciale markt vroeg een licht type varken dat werd gemest tot een levend gewicht van 45 tot 60 kg (geslacht ca. 35 kg). Vanwege hun belangrijkste bestemming, de Londense markt, werden deze varkens al snel aangeduid als "Londense biggen". Het was een vorm van mesterij die bij uitstek geschikt bleek voor het kleine boerenbedrijf van de zandgronden. Ze konden in relatief korte tijd (16 tot 20 weken) worden gemest tot het gewenste gewicht en het geld dat was geïnvesteerd in de aankoop van de zesweekse biggen was zo snel terug verdiend.

In samenhang met deze nieuwe ontwikkeling in de varkenshouderij werden overal in de zandgebieden exportslachterijen opgericht, vaak in nauwe samenhang met het zojuist in hoofdlijnen voltooide, nationale spoorwegnet. Zo werd in Assen nabij het station in 1887 als eerste in Drenthe, de exportslachterij Thompson & Co. in bedrijf gesteld. Het vlees van de dieren die overdag waren geslacht, werd 's avonds per trein naar Vlissingen of Hoek van Holland vervoerd, vanwaar men het met de nachtboot naar Londen transporteerde, om daar dan de andere dag al op de grote vleesmarkt van Smithfield te worden verkocht. In korte tijd nam deze handelsstroom een hoge vlucht. In 1886 werd al ongeveer 4.900 ton geëxporteerd, een hoeveelheid die in 1895 al was toegenomen tot 12.500 ton en 85% van de Engelse markt voor vers varkensvlees omvatte. In 1903 bedroeg het exportvolume zelfs bijna 26.800 ton.

Het bijzondere was dat de Nederlandse varkenshouders op deze Engelse markt voor vers vlees nauwelijks concurrentie hadden. De Denen, die zich onder vergelijkbare omstandigheden ook hadden toegelegd op de varkenshouderij, produceerden de meer duurzame bacon. Op haar beurt betekende de opkomst van deze bijzondere vorm van mesterij een enorme stimulans voor de fokkerij doordat de vraag naar 6-weekse biggen sterk toenam. Het gevolg was dan ook dat de aanvoer van die biggen op de markt in Meppel in enkele decennia tijd vervijfvoudigde. Tezamen met de verplaatsing van de melkverwerking van de boerderij naar de fabriek en de opkomst van de pluimveehouderij had de mesterij van Londense biggen een bijzonder stimulerend effect op de ontwikkeling van het kleine boerenbedrijf, ook in een gewest als Drenthe.

De mesterij bleef, met onderbreking van de Eerste Wereldoorlog, van groot belang tot 1926. In dat jaar sloot Engeland van de ene dag op de andere haar markt voor vers varkensvlees, hetgeen de boeren overal in de zandgebieden dwong over te stappen op de productie van baconvarkens.


Weerdingerstraat 36 - Exportslachterij Drenthina

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
De Exportslachterij.
Foto: G. van der Veen

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Links de Exportslachterij.
Rechts de onbewaakte overweg in de Hunenbaan.
Foto: G. van der Veen

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Groepsfoto bij de Exportslachterij omstreeks 1916.
Geheel rechts is gemeenteveldwachter A. Grooters.
Foto: H. Reinders.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
W. Walthuis.
Foto: R. Boelens.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
De slachterij stond vrijwel tegen de spoorlijn
(zichtbaar op de voorgrond)
Foto: E. Hof.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
De uitbeenderij.
Foto: verzameling J.J. Brands.


Foto: eigen collectie.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Exportslachterij werd veterinaire dienst.
Foto: J.J. Brands.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Uitvergroting van foto boven.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Foto: verzameling J.J. Brands.


Foto: R. Boelens.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Foto: J. Grimme.

van tot bewoner, eigenaar, ondernemer adres
Adressen: Emmen 184, Weerdingerweg 36, Weerdingerstraat 36.
- - Exportslagerij -
Bron: Archief Gemeente Emmen.

Het gebouw waarin de slachterij zich vestigde, werd gebouwd in 1905 naar een ontwerp van architect Rigt Kliphuis.

De exportslachterij in Emmen is gesticht op 24 maart 1910. Eén van de werknemers was Wopke Krijns Walthuis wiens vader, Krijn Klazes Walthuis, een exportslachterij in Akkrum, Friesland, dreef. Van werknemer werd Walthuis huurder:

De Emmer Courant van 4 mei 1926: "De vergadering der Exportslachterij op 29 april in 't logement Kooiker, was slecht bezocht. Slechts 25 personen waren aanwezig. Als leider trad op de heer H.Haasken van Weerdinge. Mededeeling werd gedaan, dat de slachterij was verhuurd aan de heeren W.Walthuis en G.Grootjans."

Tijdens deze vergadering zei de heer H. Wielens dat te weinig leden zich hadden opgegeven om een nieuwe coöperatie te beginnen. De voorlopige commissie stelde voor: "om te vormen een vereeniging tot instandhouding der gebouwen der slachterij". Tot lid van deze vereniging kon men toetreden door een aandeel in te nemen en de overeenkomst te tekenen. De prijs der aandelen werd bepaald op f 10,-. Tot het definitieve bestuur werden gekozen: H. Haasken, R. Hadders, E. Horring, A. Huizing en H. Schirring.

De Emmer Courant van oktober 1926: "Naar wij vernemen loopt met 1 januari 1927 de huur af van de gebouwen der exportslachterij alhier, welke van de coöperatie van dien naam in liquidatie door een combinatie van een aantal landbouwers in deze omtrek is aangekocht, en zal de tegenwoordige huurder, de heer W.Walthuis, deze niet opnieuw inhuren. De gesloten export op Engeland schijnt hieraan niet vreemd te zijn. Vele kleine landbouwers ondervinden mede van deze maatregel den terugslag, zoodat het te wenschen ware, dat Engeland spoedig zijn grenzen weer opende."

De op de export gerichte slachterij ondervond problemen omdat Engeland in 1924 de grenzen sloot voor Nederlands vlees. Het jaar 1924 kende een natte en koude zomer, tegenvallende oogsten en daarnaast ook nog eens een uitbraak mond- en klauwzeer.

De Emmer Courant van november 1926: "De tegenwoordige eigenaren van de Coöp. Exportslachterij hebben de gebouwen thans in huur bij den heer W.Walthuis met ingang van 1 januari a.s. voor den tijd van één jaar verhuurd aan den heer G.Grootjans te Westenesch."

De Emmer Courant vervolgde in december 1926 met de kop: "Coöp Exportslachterij Drenthina te Emmen in liquidatie. De aanslag kan nog tot 1 januari a.s. worden voldaan ten kantore van de Groninger Bank te Emmen. Na genoemden datum komen de kosten van invordering voor rekening van betrokkenen."

De laatste directeur was A. Muiderman die daarna aan de Wilhelminastraat een kruidenierswinkel begon. Wopke Krijns Walthuis begon een vee- en vleeshandel op de hoek van de Weerdingerstraat en Polenstraat.

De Emmer Courant in januari 1932: "Naar wij vernemen zal de voormalige exportslachterij aan de Weerdingerstraat eerlang waarschijnlijk weder een bestemming krijgen. De heer Oldenbeuving te Nieuw Weerdinge heeft aan het gemeentebestuur verzocht het gebouw te mogen huren, om er de verwerking van vleeschproducten te kunnen uitoefenen. Een en andermaal hebben wij intusschen de vraag hooren stellen of de gemeente nog niet rijp is voor de stichting van een abattoir. Bij de overweging kan natuurlijk ook het gebouw aan de Weerdingerstraat in het geding komen, doch in hoeverre daarmee rekening wordt gehouden weten we niet."

Voor 1938 deed het gebouw dienst als opslagplaats van gemeentewerken.

Bron: "De centrale slachtplaats van Emmen op de wip", onbekende uitgave. Collectie J.J. Brands.

In 1938 nam de Vleeskeuringsdienst (inclusief een centrale slachtplaats) zijn intrek in gebouw. Intern was het gebouw diverse malen aangepast. Het gebouw van de keuringsdienst was "doelmatig" maar vertoonde duidelijk de kenmerken dat het niet voor het doel van keuringsdienst was neergezet. De buitenzijde bleef vrijwel onaangepast.

Bron: "De centrale slachtplaats van Emmen op de wip", onbekende uitgave. Collectie J.J. Brands.

Eén van de bijgebouwen van het oorspronkelijke complex werd ingericht als noodslachtplaats. In de jaren dertig vonden hier noodslachtingen plaats. Dan werden er briefjes aan de bomen gehangen met de mededeling dat er op een bepaalde tijd goedkoop vlees (het zogenaamde vrijbankvlees) te koop was. Dit geschiedde onder toezicht van een keurmeester. Het vlees wat niet vertrouwd was werd er keurig afgesneden. Deze noodslachthal werd afgebroken om er een deel van de Bendien te kunnen bouwen.

Bron: "De centrale slachtplaats van Emmen op de wip", onbekende uitgave. Collectie J.J. Brands.

Eén van de directeuren was de heer B.H. Kessens.

Bron: "De centrale slachtplaats van Emmen op de wip", onbekende uitgave. Collectie J.J. Brands.

Eind 1956 stond het voortbestaan van de vleeskeuringsdienst op de wip. De Bendien had bij de bouw van haar fabriek bedongen dat het omstreeks deze tijd ook zou kunnen beschikken over het perceel waarop de voormalige Exportslachterij stond. Omdat De Bendien deze grond dringend nodig was zou het zeker van het verworven recht gebruik maken.

Bron: "De centrale slachtplaats van Emmen op de wip", onbekende uitgave. Collectie J.J. Brands.

De Emmer Courant van 19 juli 1956: "De bouw werd noodzakelijk omdat per 1 november 1956 het centrale slachthuis aan de Hunenbaan in eigendom overgaat aan Bendien's Confectie fabrieken."

Er waren inmiddels plannen ontwikkeld voor een ander onderkomen maar deze werden tot dan te groot geacht door de bevoegde instanties. De plannen behelsden een openbaar slachthuis dat gebaseerd was op 100.000 inwoners voor de gemeente Emmen. Dit aantal dacht men binnen 25 jaar te kunnen bereiken. De instanties waren het er unaniem over eens dat er een abattoir moest komen, men verschilde over de grootte ervan.

Op 19 juli 1956 kopte de Emmer Courant: "Aan Dordsestraat, bij industrieterrein" en "Miljoenenplan voor nieuw veemarktcomplex en slachthuis". Het artikel vermeldt dat het gemeentebestuur van Emmen voornemens had om de plannen in augustus aan te besteden. Deze plannen hielden in de bouw van een noodslachtplaats/complex en een daarbij horend gebouw voor sociale voorzieningen. Onderdeel van de plannen was tevens de bouw van een overdekte markt, een grote parkeerruimte en een café-restaurant op het zogenaamde marktgedeelte van het complex.

De bouw van een overdekte veemarkt werd nodig geacht "omdat tengevolge van verbeteringen in het kerndorp Emmen, het huidige veemarktterrein ten enenmale onvoldoende is gebleken. Bovendien is de bouw van een overdekte veemarkt iets wat tot dusverre in Emmen nog niet werd gerealiseerd een noodzakelijkheid. Men zou ook kunnen zeggen een kwestie van zelfbehoud" aldus de Emmer Courant van 19 juli 1956. De varkensmarkt was na Meppel de tweede in Drenthe. Om daarmee te kunnen concurreren was een overdekte markt dringend geboden. Een veemarktterrein paste niet meer in het centrum van het moderne Emmen. Uit stedenbouwkundig en esthetisch oogpunt was een verhuizing van het centrum naar de Dordsestraat gerechtvaardigd.

Op 24 mei 1957 vermeldt de Emmer Courant dat de weg en riolering naar het in aanbouw zijnde noodslachtplaatscomplex zou worden aanbesteed. De weg moest aansluiten op de 1e Bokslootweg en moest 6 meter breed worden.

Eind 1957 naderde de bouw van de noodslachtplaats en de kantine zijn voltooiing. Deze laatste zou eerst dienst gaan doen als administratiegebouw. Wanneer de bouw het eigenlijke administratiegebouw, de bouw van de overdekte markt, de grote parkeerruimte en het café restaurant zou gaan starten was toen nog niets bekend.

Het slachtcomplex was een ontwerp van ir. A. Swinkels, architect te Maastricht. De heer D.J. Mink trad op als slacht- en koeltechnisch adviseur.

Het zogeheten "miljoenencomplex" bevatte een destructor, een slachtplaats voor het dierenpark, een koelcel, een leslokaal en een winkel welke aan de voorkant geheel uit glas bestond.

Op de plaats van de Exportslachterij en De Bendien kwam in 1984 het gebouw van de Topografische Dienst te staan.


Wopke Krijns Walthuis

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Wobke Krijns Walthuis.
Foto: R. Boelens.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Catharina Brongers en zoon Krien.
Foto: R. Boelens.

Foto Historisch Emmen Exportslachterij Walthuis
Wobke Walthuis en zoon Jaap.
Foto: R. Boelens.

Wobke Krijns Walthuis (1884-1952) geboren te Utingeradeel was oprichter van de Exportslachterij aan de Weerdingerstraat in Emmen.

Hij was een zoon van de slager Krijn Klazes Walthuis (*Akkrum) en Jeltje Nicolai (*Leeuwarden). Krijn Klazes Walthuis had reeds een slachterij in Akkrum.

Wopke Krijns Walthuis huwde in 1916 te Onstwedde met Catharina Brongers (*1891 Onstwedde).

Wopke gaf bij dit huwelijk op slager van beroep te zijn, op zijn overlijdensakte werd als beroep vleeshandelaar vermeld.

Uit het huwelijk van Wopke en Catharina kwamen xx kinderen voort, waaronder Krien en Jaap.

Zoon Jaap voelde meer voor reparatie en verkoop van auto's als voor verkoop van vleesproducten. Hij dreef de bekende garage Walthuis aan de Weden en werd ook een deskundig verzamelaar van allerhande zaken op gebied van transport.

Bron: J. Walthuis.


 
Neemt u tekst over? Vermeldt u dan ook de bron? (www.historisch-emmen.nl) Dank!