In de Emmer Courant van 2 april 1919 wordt de oprichting gemeld van een padvindersvereniging op initiatief
van dhr T.Kremer. Er waren twaalf leden. In het bestuur zaten de heren L.Steenbergen en
H.Postma. De leiding berustte bij dhr J.U.Wester, onderwijzer aan de openbare lagere school.
Deze padvindersgroep was zeer waarschijnlijk dezelfde groep als "De Reisclub", die
bestond uit een groep jongens uit dezelfde families als de bestuursleden van de padvindersvereniging.
Kremer was ook van deze club voorzitter en de leiding berustte ook bij dhr Wester.
In dezelfde periode stapten de jongens van De Reisclub voor het eerst op de fiets voor een
tweedaagse fietstocht. De naam "padvinder" werd niet meer in de Emmer Courant genoemd.
Deze groep jongens maakte daarna enkele jaren, onder leiding van de
onderwijzers J.U.Wester, J.Slik of Koehoorn, fietstochten door Nederland.
In het voorjaar van 1919 werd als proef eerst een tweedaagse reis, met overnachting in de
schuur van de boerderij van de ouders van dhr Wester, in het Groningerland gemaakt. De
fietstochten gingen echter steeds verder het land in. De jongens beschikten zelfs over een
tent geschikt voor zestien personen waarmee ze twee jaar veertien dagen door Nederland trokken.
Ieder lid van de fietsclub had een taak en onderweg kookten ze zelf. De jongens
gingen ook een soort uniform dragen en werden soms onderweg uitgescholden.
In de Emmer Courant staan uitgebreide verslagen over de tochten die de jongens maakten, wat ze
zagen en hoe het ze verging. Na de reis volgde in vele afleveringen een gedetailleerd verslag
van alles wat de jongelui hadden beleefd.
Aan een veertiendaagse tocht in augustus 1920 door Noord- en Zuid-Holland namen de volgende
personen deel: J.de Vries, H.ter Borg (kok) F.Sprenger, H.Bloeming, H.Huizing, A.van Peer
(club fotograaf en violist), H.Engelsman, A.Daanje, A.Braakman, J.Troost (2e kok), R.Lutken
(2e kok) G.Stegeman (kok), H.Stegeman (clubtimmerman, chef tentenbouwer en ijverig verzorger
van het ontbijt en avondeten), Luc Steenbergen (rijwielreparateur en violist), H.Steenbergen
(pianist), Jac.Meijer (specialist in kleinodiën), J.Troost en J.U.Wester.
De heren waren voorzien van het insigne waarop "Sportclub
Emmen" stond gegraveerd, terwijl het merendeel der jongens geheel of gedeeltelijk in
padvinderstenue was gestoken die de club meermalen deed betitelen als
"kapitalistenzoontjes, padjakkers of bourgois". Deskundigen oordeelden
anders. De scheldwoorden leken de jongens niet te deren, ze genoten volop.
Toen meester Wester niet, zoals eigenlijk werd verwacht, werd benoemd tot hoofd van de
nieuwe school II in het Bargermeer vertrok hij naar Ter Apel en was het afgelopen met de reizen.
Bronnen:
S.Hoek-Beugeling
U.Nonkes
Emmer Courant (diverse)
|